CultuurCafé #1: Festivalisering
Op 21 november kwamen ruim 80 gasten samen in de Hall of Fame in Tilburg voor een stevig debat over de toekomst van de Brabantse festivalcultuur.Na een warm welkom door Ruben Maes (moderator) en een interview met Joks Janssen (BrabantKennis) over de verkenning ‘Culturele eigen(wijs)heid van Brabant', trakteerde Siem Nozza (festivalorganisator en nachtburgemeester Eindhoven) op een column over de Brabantse festivalcultuur.
Martijn Mulder (hoofddocent Leisure W. de Kooning Academie) dook vervolgens in de feiten en cijfers over festivals in Nederland en Brabant. Hoe is de festivalisering van het cultuurlandschap te verklaren? Wat is de positieve impact en waar schuurt het? Verder werd Ryan Palmen (burgemeester Hilvarenbeek) geïnterviewd over de komst van grote muziekfestivals op zijn grondgebied, zoals Best Kept Secret en Decibel Outdoor.
Na levendige discussies op het podium en met het publiek ging Ruben Maes met de zaal op zoek naar de fundamenten van een (toekomstig) Brabants festivalbeleid. Een shortlist van kernwoorden die Ruben ophaalde:
bourgondisme, eigenwijs, onderscheidend, vernieuwend, voor elkaar, geworteld in Brabant, spelen met het DNA, festival als coöperatie, versterking van gemeenschap, ruimhartig, gastvrij, wil om samen te werken
Wat nu precies typisch Brabants is aan festivals of wat nu precies typisch Brabantse festivals zijn, daar hebben we vanavond geen eenduidig antwoord op kunnen vinden. Maar bovenstaand lijstje met kernwoorden is een mooie start én aanzet om dit verder te onderzoeken.
Een uitgebreide terugblik lees je hier.
CultuurCafé #1
Foto's: Willeke Machiels
Festivalisering van het Brabantse cultuurlandschap?
Met name in steden als Eindhoven, Tilburg, Breda en Den Bosch worden festivals belangrijker. Vaak vinden ze een plek in de binnenstad of in de spoorzones. Deze laatste bieden letterlijk en figuurlijk ruimte aan het experiment. Het zijn de broedplaatsen voor nieuwe vormen van populaire cultuur. Festivals als Woo Hah en E-moves zijn er ontstaan en uitgegroeid tot publiekstrekkers van formaat.
Maar het is niet alleen maar feest. Brabantse festivalorganisatoren voelen de toegenomen concurrentie. Onder druk worden prijzen verlaagd en nieuwe concepten ontwikkeld. En nu de economie in de Brabantse steden weer aantrekt, de woningbouw op dreef komt en de trend van stedelijke verdichting doorzet, neemt de spanning met bewoners toe. De groei van de festivalcultuur stuit op haar grenzen. Niet alle nieuwe bewoners in de spoorzones ervaren de festivals als een verrijking. Ook bewoners van stadscentra roeren zich steeds nadrukkelijker. En dat terwijl festivals jarenlang zijn gestimuleerd omdat ze goed zouden zijn voor de lokale economie en zorgen voor saamhorigheid. Festivals zijn goed voor de stad, maar hebben een keerzijde: ze zorgen ook voor overlast. Variërend van verkeersomleidingen, tot geluids- en drugsoverlast.
Gemeenten schipperen tussen (stevig) stimuleren en (rigide) reguleren
Dit alles roept de vraag op naar de toekomst van de Brabantse festivalcultuur. Hoeveel festivals kan Noord-Brabant aan? Hebben we een punt van verzadiging bereikt? Of is het een periode van transitie en is er sprake van gezonde concurrentie? Waar ligt het evenwicht tussen rust en rumoer, levendig en leefbaar?