58a5d2cc597b1
Activiteit

Fietsexpeditie 5

De afgelopen maanden doorkruiste Isis Boot, in opdracht van BrabantKennis, per tandem onze provincie in 6 ‘expedities’, steeds vergezeld door een andere gast. Uitgerust met een videocamera en typemachine ging ze op pad om verhalen en beelden op te halen: leeft het thema van groeiende verschillen en in hoeverre wordt het als een probleem ervaren? Het doel: sociale verschillen in Brabant in kaart brengen en meer licht werpen op de toenemende maatschappelijke scheidslijnen binnen de provincie. En hoe kan dat beter dan op de fiets?!

Op 8 september vond de vijfde etappe plaats van Expeditie Mind the Gap!. Isis Boot maakte samen met Paul Spapens op de tandem een tocht van Waalwijk via Sprang-Capelle en Loon op Zand naar Tilburg.

Van Bijbel tot Boedhha: langs de Brabantse randen van de 'bible belt'

door Isis Boot

Het is een bijzonder warme dag wanneer ik met journalist Paul Spapens op de expeditietandem stap voor een verkenning van de regio Waalwijk. We starten buiten de reikwijdte van NS en daarom worden we vandaag met een bijzonder mooi busje naar het startpunt gebracht! Voor een ontdekkingstocht naar religieuze dynamiek en verschillen fietsen we dit keer haaks over een van oudsher diepgewortelde scheidslijn heen: die tussen protestants en katholiek Brabant. Toch treffen we als eerste op onze route een spiritueel oord van een heel andere orde aan. Terwijl we nog even genieten van het pittoreske duo van tandem en nostalgisch busje, heeft Paul aan de overkant van de straat ons eerste studieobject namelijk al in het vizier: een Boeddhistisch Thaise tempel gevestigd in een oud Brabants boeren pandje.

Het is een warm welkom op onze route. Nadat we ons nieuwsgierig het terrein op wagen worden we hartelijk uitgenodigd om binnen te komen voor een kopje koffie. Op voorwaarde dat we onze schoenen uittrekken mogen we zelfs een kijkje nemen in het spirituele hart van het gebouw: de meditatieruimte. Het blijkt geen gewone dag in de tempel te zijn. Vandaag worden speciale gasten verwacht voor een sessie met vooraanstaande Boeddhistische leiders, zo wordt ons verteld door de Amerikaanse organisatrice. De tempel in Waalwijk is volgens haar een knooppunt in het West-Europese Boeddhistische netwerk, met dank aan de gunstige centrale ligging. Inderdaad zien we al verschillende auto’s arriveren met in het wit geklede nonnen. Een wijze les leren we echter van de vrijwillige schoonmaakster, zelf van Thaise komaf en een Waalwijkse fabrieksmedewerker getrouwd, die ons de koffie inschenkt. In beperkt Nederlands legt ze ons haar zienswijze uit: ‘altijd klein beginnen. Leer eerst jezelf kennen voordat je oordeelt en beslist over anderen’.

Met deze wijze woorden in onze oren geknoopt lopen we het erf van de tempel af. Net nog ondergedompeld in Brabants-Boeddhistische sferen zien we aan het andere eind van de straat de neogotische spits van een katholiek kerkgebouw boven ons uit torenen. De bewoonster van de voormalige pastoorswoning vertelt ons dat de parochie niet langer actief is, het gebouw wacht op een herbestemming. We stappen op de tandem voor onze volgende stop, slechts een paar honderd meter verder: de Molukse Moskee. Helaas ligt deze er vanochtend verlaten bij. Spirituele plekken lijken hier in Waalwijk echter nooit ver weg en de gebouwen die ze markeren zijn al even divers als de overtuigingen die ze huisvesten: van historische spitsen tot minaretten en tot tempels omgebouwde boerenhuisjes.

We vragen de weg naar het nabij gelegen Sprang-Capelle en raken aan de praat met een vrouw van middelbare leeftijd. Ze is onderweg naar een commissie-bijeenkomst van haar gereformeerde gemeente. Op de vrouw af vragen we naar haar geloof, maar ze zegt blij te zijn dat we het onderwerp aansnijden – het is iets waar ze graag het gesprek over aangaat. Langs de rand van het fietspad, hebben we het over de Bijbel, nieuwe generaties, vrijwilligerswerk, Christelijk onderwijs, verhuizen en de binding met de eigen gemeente. De leden van haar kerk staan dichter bij haar dan haar buren geeft ze aan en ze fietst dan ook liever een stukje verder naar haar voormalige woonplaats dan dat ze van kerkgemeenschap wisselt. We noteren haar favoriete Bijbelvers voordat we afscheid nemen: ‘Romeinen 8; vers 31’.

58c144e68b0d7

Waar Waalwijk ons verrast met diversiteit op de vierkante meter is Sprang-Capelle duidelijk een gereformeerde gemeente. Toch betekent dat niet dat iedereen het hier in religieus opzicht met elkaar eens is. Het verschil tussen de ‘rekkelijken’ (Sprang) en de ‘preciezen’ (Capelle) is er een geïntegreerd deel van de cultuur. “In Capelle heb je de zwarte petjes, die groeten niet op zondag, want dan ben je er niet één van hen”. In het café in Capelle wordt op zaterdagnacht dan ook stipt om 00:00 uur afgerekend, want: “op zondag wordt hier niet gewerkt”. De overtuiging bepaalt zelfs naar welke supermarkt men hier gaat, al zijn beiden in elk geval op zondag gesloten. Wanneer we bij ‘de preciezen’ van rij wisselen om een bakje aardbeien af te rekenen krijgen we commentaar geciteerd uit de Bijbel: “de laatsten zullen de eersten zijn”.

Maar ook binnen deze tweesplitsing zijn er groeperingen die zich nog verder afscheiden. Bij gebrek aan voldoende kerkgebouwen biedt een oude boerderij uitkomst: de schoorsteen wordt voorzien van klok en spits, de schuur geeft onderdak aan de volgelingen. We treffen de domineesvrouw voor het voorhuis waar zij en haar gezin intrek hebben genomen. Even later passeert de dominee zelf. In zwart gesteven broek en wit-beboord overhemd groet hij ons vriendelijk vanaf zijn fiets, de Bijbel in zijn hand.

Terwijl we, afzakkend naar het Zuiden, Sprang-Capelle verlaten, passeren we ook de protestants-katholieke grens. In al haar subtiliteit is dit wel degelijk te zien en te voelen: van de symboliek in de architectuur tot de plots joviale begroetingen vanaf het bankje aan de overkant van de weg. Om ons heen doemen diverse kapelletjes op ter ere van Maria. Bij een bijzonder exemplaar houden we halt en treffen er de architect, die er juist de heg van zijn ernaast gelegen tuin staat te snoeien. Hij stelt zichzelf aan ons voor als ‘de koster van de kapel’. Als buitenstaander, afkomstig uit Noord-Holland, heeft hij zich met de bouw van de kapel ook een plek in de Brabantse dorpsgemeenschap verworven. Hij heeft ermee het landschap in zijn directe leefomgeving gemarkeerd en de gemeenschap een publiek toevluchtsoord gegeven welke, als plek van bezinning, trouwplechtigheid of lunchplek voor fietsers, dankbaar in gebruik is genomen.

Religie blijkt vandaag in alle gevallen een belangrijke sociaal-culturele factor die niet alleen groepen bindt of juist van elkaar onderscheid, maar daarbij ook een fysiek-ruimtelijk stempel op het landschap drukt, zodoende mede het Brabantse straatbeeld bepalend op onze weg.